Tweede Kamerverkiezingen 1879

Tweede Kamerverkiezingen 1879
Datum 10 juni 1879
Land Vlag van Nederland Nederland
Te verdelen zetels 43
(43 leden waren niet-aftredend)
Opvolging verkiezingen
← 1877     1881 →
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Nederland

De Tweede Kamerverkiezingen 1879 waren periodieke Nederlandse verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zij vonden plaats op 10 juni 1879.

Nederland was verdeeld in 43 kiesdistricten, waarin 86 leden van de Tweede Kamer gekozen werden.[1] Een kiezer bracht evenveel stemmen uit als er afgevaardigden in zijn kiesdistrict gekozen werden. Om gekozen te worden moest een kandidaat minimaal de districtskiesdrempel behalen.[2]

De verkiezingen werden gehouden vanwege het aftreden van 43 leden van de Tweede Kamer van wie de zittingstermijn afliep op 14 september 1879. In tien kiesdistricten[3] was een tweede verkiezingsronde benodigd tussen de twee hoogstgeplaatste (niet-direct gekozen) kandidaten uit de eerste ronde vanwege het niet-behalen van de districtskiesdrempel. Deze tweede ronde vond plaats op 24 juni 1879.

Uitslag

De uitslag van de verkiezingen was als volgt:

Groepering[4] Zetels
1877[5] 1878[6] Af[7] Bij[8] 1879 +/-
liberalen  48/47 5  24 23  51/39[9][10] +4
conservatief-katholieken  14 0   6  6 14/15[10]   0
antirevolutionairen   9/8 1   5  8 12 +4
conservatieven   6 0   4  3  5  -1
liberaal-katholieken   1/2 0   2  2  2   0
conservatief-liberalen   2 0   2  1  1  -1
kappeynianen   0/1 0   0  0  1/12[9]   0
totaal 80 6 43 43 86 +6

Gekozen leden

Zie Lijst van Tweede Kamerleden 1879-1881 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 1878 was het aantal leden van de Tweede Kamer uitgebreid van 80 naar 86.[11] De hierbij betrokken kiesdistricten waren Amsterdam (van zes naar zeven afgevaardigden), Rotterdam (van drie naar vier), Goes en Winschoten (beide van een naar twee) en de nieuw ingestelde kiesdistricten Hilversum en Zevenbergen (beide een afgevaardigde).Bij deze verkiezingen waren de volgende leden gekozen:

  • Amsterdam: Gijsbert van Tienhoven (liberalen);
  • Goes: Jan Bredius jr. (liberalen);
  • Hilversum: Alexander Schimmelpenninck van der Oye (antirevolutionairen);
  • Rotterdam: Jan van Stolk (liberalen);
  • Winschoten: Jan de Vos van Steenwijk (liberalen);
  • Zevenbergen: Roeland van de Werk (liberalen).

Bij de periodieke verkiezingen van 1879 werden 39 leden herkozen. De stemmingen voor de overige vier vacatures hadden de volgende resultaten:

  • in het kiesdistrict Gorinchem werd Levinus Keuchenius (antirevolutionairen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Warnardus Begram (conservatieven) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn;
  • in het kiesdistrict Steenwijk werd Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop (antirevolutionairen) gekozen in de vacature ontstaan door het periodiek aftreden van Carel Storm van 's Gravesande (conservatief-liberalen) die had aangegeven niet herkiesbaar te zijn;
  • in het kiesdistrict Zwolle versloeg Alexander van Dedem (54,9%, antirevolutionairen) het aftredende lid Albertus van Naamen van Eemnes (45,1%, liberalen).

De zittingsperiode van de Tweede Kamer ging in op 15 september 1879. De zittingstermijn van Tweede Kamerleden bedroeg vier jaar.[12]

Bronvermelding

Bronnen

  • Verkiezingen Tweede Kamer 1848-1918 op huygens.knaw.nl
  • Ron de Jong (1999). Van standspolitiek naar partijloyaliteit. Verkiezingen voor de Tweede Kamer 1848-1887. Verloren, Hilversum. ISBN 90-6550-069-3.
  • Ron de Jong, Henk van der Kolk, Gerrit Voerman (2011). Verkiezingen op de kaart 1848-2010. Matrijs, Utrecht. ISBN 978 90 5345 437 4.

Noten

  1. Acht enkelvoudige kiesdistricten kozen één lid, in 32 meervoudige kiesdistricten werden twee leden afgevaardigd, in het kiesdistrict Sneek drie, in het kiesdistrict Rotterdam vier en in het kiesdistrict Amsterdam zeven.
  2. De districtskiesdrempel werd bepaald door de volgende formule: 50% van het aantal uitgebrachte geldige stemmen, gedeeld door het aantal in het district te verkiezen zetels.
  3. Delft, Dordrecht, Goes, Gouda, Haarlemmermeer, Leiden, Rotterdam, Steenwijk, Utrecht en Zwolle.
  4. In 1879 bestonden nog geen politieke partijen. Gekozen leden sloten zich gewoonlijk eerst na hun verkiezing aan bij een kamerfactie.
  5. Een wijziging van het aantal zetels van een groepering is ontstaan door aftreden en overlijden gedurende de zittingsperiode.
  6. Gekozen in 1878 bij de uitbreiding van de Tweede Kamer van 80 naar 86 leden.
  7. Aftredend in 1879 vanwege het bereiken van het einde van de zittingstermijn.
  8. Gekozen c.q. herkozen bij de periodieke verkiezingen in 1879.
  9. a b Elf liberalen sloten zich na de verkiezingen van 1879 aan bij de kappeynianen.
  10. a b Een liberaal sloot zich na de verkiezingen van 1879 aan bij de conservatief-katholieken.
  11. Zie hier voor een nadere toelichting.
  12. Om de twee jaar was de helft van de Kamerleden aftredend.
Vlag van Nederland
· · Sjabloon bewerken
Tweede Kamerverkiezingen
Algemeen:1848 · 1850 · 1853 · 1866 · 1868 · 1884 · 1886 · 1887 · 1888 · 1891 · 1894 · 1897 · 1901 · 1905 · 1909 · 1913 · 1917 · 1918 · 1922 · 1925 · 1929 · 1933 · 1937 · 1946 · 1948 · 1952 · 1956 · 1959 · 1963 · 1967 · 1971 · 1972 · 1977 · 1981 · 1982 · 1986 · 1989 · 1994 · 1998 · 2002 · 2003 · 2006 · 2010 · 2012 · 2017 · 2021 · 2023
Periodiek:1852 · 1854 · 1856 · 1858 · 1860 · 1862 · 1864 · 1866 · 1869 · 1871 · 1873 · 1875 · 1877 · 1879 · 1881 · 1883
Periodieke verkiezingen werden in de periode 1850-1888 gehouden in een kiesdistrict waar de zittingstermijn van een lid (vier jaar) afliep. Gemiddeld was bij periodieke verkiezingen de helft van de Tweede Kamerleden aftredend. Bij algemene verkiezingen in deze periode, na ontbinding van de Tweede Kamer, werden alle Kamerleden opnieuw gekozen, evenals bij alle verkiezingen vanaf 1888.