Klasse van wilgenbroekstruwelen

Klasse van wilgenbroekstruwelen
Wilgenbroekstruweel bij een petgat
Wilgenbroekstruweel bij een petgat
Syntaxonomische indeling
Klasse
Franguletea
Doing ex Westh. in Westh. & Den Held 1969
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons

De klasse van wilgenbroekstruwelen (Franguletea) is een klasse van syntaxa die voorkomen op continu natte bodems, en die gedomineerd wordt door breedbladige wilgen en sporkehout.

Naamgeving en codering

  • Synoniemen: Franguletea alni Doing 1962, Salici-Franguletea Jurko 1964, Carici-Salicetea cinereae Pass. in Pass. & Hofm. 1968
  • Frans: Fourrés arbustifs hygrophiles des sols tourbeux planitiaires à submontagnard
  • Duits: Faulbaum-Gebüsche
  • Engels: Scrub and hedges on acid, nutrient poor, often peaty soils of western and central Europe
  • Syntaxoncode voor Nederland (rVvN): r39

De wetenschappelijke naam Franguletea is afgeleid van de botanische naam van sporkehout (Frangula alnus), een belangrijke kensoort van deze klasse.

Sporkehout in vrucht, in een vegetatie uit de klasse van wilgenbroekstruwelen.

Fysiognomie

De vegetatiestructuur van vegetatie uit deze klasse wordt in de Lage Landen gekenmerkt door een dichte struiklaag, met drie vrijwel steeds voorkomende soorten: het naamgevende sporkehout, en de breedbladige wilgensoorten grauwe- en geoorde wilg. Zeldzamer is de hybride van deze beide, Salix ×multinervis.

De samenstelling van de ondergroei is afhankelijk van de trofiegraad van de bodem. Op oligrofe bodems vindt men vooral planten uit het hoogveen, zoals gewone dophei en verschillende soorten veenmossen in de moslaag. Op eutrofe plaatsen zijn moerasplanten zoals riet en gele lis dominant in de kruidlaag en is de moslaag eerder beperkt.

Ecologie

Voorjaarsaspect van een vegetatie uit de klasse in Rhein-Neckar-Kreis (Duitsland)

De klasse van wilgenbroekstruwelen omvat plantengemeenschappen van natte standplaatsen op een venige bodem. In tegenstelling tot de klasse van wilgenvloedbossen en -struwelen, is de grondwaterspiegel bij wilgenbroekstruwelen vrij constant. De bodem is van gematigd voedselarm tot gematigd voedselrijk, de pH van neutraal tot zuur.

Wilgenbroekstruwelen worden vooral gevonden in duinvalleien, langs beekdalen, in laagveengebieden en aan de rand van hoogvenen.

Onderliggende syntaxa in Nederland en Vlaanderen

De klasse van wilgenbroekstruwelen wordt in Nederland en Vlaanderen vertegenwoordigd door slecht één orde met één verbond.

  • Rompgemeenschap met wilde gagel en hennegras (RG Myrica gale-Calamagrostis canescens-[Salicion cinereae/Caricion nigrae])
  • Rompgemeenschap met sporkehout (RG Frangula alnus-[Franguletea])
  • Rompgemeenschap met wilde gagel en pijpenstrootje (RG Myrica gale-Molinia caerulea-[Franguletea/Oxycocco-Sphagnetea])

Diagnostische taxa voor Nederland en Vlaanderen

Sporkehout
Grauwe wilg
Geoorde wilg

In de onderstaande tabel staan de belangrijkste kensoorten en begeleidende soorten van de klasse van wilgenbroekstruwelen voor Nederland en Vlaanderen.

Kentaxon Diff.soort Presentie Triviale naam Botanische naam Opmerking
Boomlaag
-
Struiklaag
kK 10 > 50% sporkehout Frangula alnus
kK > 10% geoorde × grauwe wilg Salix ×multinervis
40 > 90% grauwe wilg Salix cinerea
0 > 90% geoorde wilg Salix aurita
Kruidlaag
-
Moslaag
-

Fotogalerij

Zie ook

Externe links

  • (en) Franguletea op FloraVeg.EU
Mediabestanden
Zie de categorie Franguletea van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bronnen, noten en/of referenties
  • Schaminée, J.H.J., Sýkora, K., Smits, N. & Horsthuis, M. 2010. Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland. KNNV Uitgeverij, Zeist. ISBN 9789050113090.
  • (en) Sýkora, K., 2008: Field Guide Dutch Plant Communities. Species composition and ecology
  • B.De Fré & M.Hoffmann, 2002: Systematiek van natuurtypen voor Vlaanderen: 9. Struwelen en mantels. Verslag van het Instituut voor Natuurbehoud 2002.

· · Sjabloon bewerken
Indeling van de vegetatieklasse Franguletea (klasse van wilgenbroekstruwelen)

Orde: Salicetalia auritae (orde van wilgenbroekstruwelen)
Verbond: Salicion cinereae (verbond van wilgenbroekstruwelen)
Associaties: Salicetum auritae (associatie van geoorde wilg) · Salicetum cinereae (associatie van grauwe wilg)

· · Sjabloon bewerken
Nederland
Vlaanderen
Vegetatieklassen in Nederland en Vlaanderen (nummering volgens de rVvN)
Open wateren, moerassen en natte heiden:01 Eendenkroos-klasse (Lemnetea) · 02 Ruppia-klasse (Ruppietea) · 03 Zeegras-klasse (Zosteretea) · 04 Kranswieren-klasse (Charetea) · 05 Fonteinkruiden-klasse (Potametea) · 06 Oeverkruid-klasse (Littorelletea) · 07 Klasse van bronbeekgemeenschappen (Montio-Cardaminetea) · 08 Riet-klasse (Phragmitetea) · 09 Klasse van kleine zeggen (Parvocaricetea) · 10 Klasse van hoogveenslenken (Scheuchzerietea) · 11 Klasse van hoogveenbulten en natte heiden (Oxycocco-Sphagnetea)
Graslanden, zomen en droge heiden:12 Weegbree-klasse (Plantaginetea majoris) · 13 Klasse van pioniergraslanden op gruis- en steenbodems (Sedo-Scleranthetea) · 14 Klasse van droge graslanden op zandgrond (Koelerio-Corynephoretea) · 15 Klasse van kalkgraslanden (Festuco-Brometea) · 16 Klasse van matig voedselrijke graslanden (Molinio-Arrhenatheretea) · 17 Marjolein-klasse (Trifolio-Geranietea sanguinei) · 18 Klasse van gladde witbol en havikskruiden (Melampyro-Holcetea mollis) · 19 Klasse van heischrale graslanden (Nardetea) · 20 Klasse van droge heiden (Calluno-Ulicetea)
Kust- en binnenlandse pioniermilieus:21 Muurvaren-klasse (Asplenietea) · 22 Klasse van vloedmerkgemeenschappen op zeedijken en rolkeistranden (Honckenyo-Elymetea) · 23 Klasse van vloedmerkgemeenschappen op zand en slik (Cakiletea maritimae) · 24 Helm-klasse (Ammophiletea) · 25 Slijkgras-klasse (Spartinetea) · 26 Zeekraal-klasse (Thero-Salicornietea) · 27 Zeeaster-klasse (Asteretea tripolii) · 28 Zeevetmuur-klasse (Saginetea maritimae) · 29 Dwergbiezen-klasse (Isoeto-Nanojuncetea) · 30 Tandzaad-klasse (Bidentetea) · 31 Klasse van akkergemeenschappen (Stellarietea mediae) · 32 Klasse van ruderale gemeenschappen (Artemisietea vulgaris)
Ruigten, struwelen en bossen:33 Klasse van natte strooiselruigten (Convolvulo-Filipenduletea) · 34 Klasse van nitrofiele zomen (Galio-Urticetea) · 35 Klasse van kapvlaktegemeenschappen (Epilobietea angustifolii) · 36 Brummel-klasse (Lonicero-Rubetea plicati) · 37 Klasse van brem- en gaspeldoornstruwelen (Cytisetea scopario-striati) · 38 Klasse van kruipwilg- en duindoornstruwelen (Salicetea arenariae) · 39 Klasse van wilgenbroekstruwelen (Franguletea) · 40 Klasse van doornstruwelen (Rhamno-Prunetea) · 41 Klasse van wilgenvloedbossen en -struwelen (Salicetea purpureae) · 42 Klasse van elzenbroekbossen (Alnetea glutinosae) · 43 Klasse van berkenbroekbossen (Vaccinio-Betuletea pubescentis) · 44 Klasse van naaldbossen (Vaccinio-Piceetea) · 45 Klasse van eiken- en beukenbossen op voedselarme grond (Quercetea robori-petraeae) · 46 Klasse van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond (Querco-Fagetea)
Mossen- en lichenenvegetatie47 Klasse van (spat)watergemeenschappen (Hymenelio-Fontinalietea) · 48 Zeestippelkorst-klasse (Hydropunctarietea maurae) · 49 Klasse van stippelkorsten en achterlichtmossen (Verrucario-Schistidietea) · 50 Klasse van bisschopsmutsen en landkaartmossen (Racomitrio-Rhizocarpetea) · 51 Poederkorst-klasse (Chrysotrichetea chlorinae) · 52 Schorsmos-klasse (Hypogymnietea physodis) · 53 Klasse van haarmutsen en vingermossen (Orthotricho-Physcietea) · 54 Schriftmos-klasse (Arthonio-Lecidelletea) · 55 Boomspijkertjes-klasse (Calicio-Chrysotrichetea) · 56 Kringmos-klasse (Neckeretea complanatae) · 57 Klasse van vertakt bekermos en neptunusmos (Cladonio-Lepidozietea) · 58 Druppelkorst-klasse (Fellhaneretea bouteillei) · 59 Klasse van purpersteeltje en ruig haarmos (Ceratodonto-Polytrichetea) · 60 Pluisjesmos-klasse (Dicranelletea heteromallae) · 61 Smaragdsteeltjes-klasse (Psoretea decipientis) · 62 Kruikmos-klasse (Splachnetea)