Ingeburgerde plant

Ingeburgerde planten kunnen zich op eigen kracht en zonder hulp van de mens handhaven, en ze hebben een vaste plaats in de huidige vegetatie. Ze kunnen in verschillende mate zijn ingeburgerd.[1] Dit geeft de natuurlijkheid van het voorkomen van de soort het beste weer.

Onderverdeling

Tot de ingeburgerde planten behoren drie verschillende groepen: autochtone of oorspronkelijk inheemse planten, agriofyten en epoecofyten.

Oorspronkelijk inheemse planten

Idiochorofyten, autochtone of oorspronkelijk inheemse planten zijn soorten van de oorspronkelijke vegetatie, die zich na de ijstijden spontaan hebben gevestigd.

Agriofyten

Daarnaast zijn er de agriofyten, die zich in de tegenwoordige potentieel natuurlijke vegetatie een plaats hebben veroverd, die zij nog niet hadden in de oorspronkelijke vegetatie.

Voorbeelden van agriofyten zijn: kalmoes (Acorus calamus), Amerikaans krentenboompje (Amelanchier lamarckii), tamme kastanje (Castanea sativa), brede waterpest (Elodea canadensis), klein springzaad (Impatiens parviflora), Canadese guldenroede (Solidago canadensis), late guldenroede (S. gigantea), cranberry (Oxycoccus macrocarpos).

Epoecofyten

Epoecofyten (ep-oecofyten) zijn planten die zich een plaats veroverd hebben in de actuele vegetatie, maar niet in de tegenwoordige potentieel natuurlijke vegetatie. Eventueel kunnen deze soorten invasief worden en door hun aanwezigheid of door de groei van hun populaties een bedreiging vormen van inheemse planten.

Voorbeelden van epoecofyten zijn brave hendrik (Chenopodium bonus-henricus), Canadese fijnstraal (Erigeron canadensis), doornappel (Datura stramonium), tuinwolfsmelk (Euphorbia peplus), schijfkamille (Matricaria discoidea), middelste teunisbloem (Oenothera biennis), draadereprijs (Veronica filiformis), grote ereprijs (V. persica).
Voorbeelden van invasieve exoten zijn: reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum), brede waterpest (Elodea canadensis) en reuzenbalsemien of springbalsemien (Impatiens glandulifera).

Niet-ingeburgerd

Planten die zich niet gevestigd hebben worden verdeeld in efemerofyten (planten die in het wild voorkomen, maar weer verdwijnen doordat ze zich op eigen kracht zonder hulp van de mens niet kunnen handhaven, en geen vaste plaats in de vegetatie hebben, bijvoorbeeld niet-winterharde planten) en ergasiofyten of cultuurplanten (de in cultuur genomen en eventueel veredelde planten).

Zie ook

  • Status (biogeografie)
Bronnen, noten en/of referenties
  1. (de) Schroeder, F.-G. (1974) Zu den Statusangaben bei der floristischen Kartierung Mitteleuropas. Göttinger Floristische Rundbriefe 8. Jahrgang, 71-78
· · Sjabloon bewerken
Floristische statusaanduiding
Mate van inburgering
Ingeburgerd:idiochorofyten (oorspronkelijk inheems, autochtoon) · agriofyten (in natuurlijke vegetatie) · epoecofyten (cultuurafhankelijk; in antropogene vegetatie)
Niet ingeburgerd:efemerofyten (onbestendig in het wild) · ergasiofyten (slechts gecultiveerd voorkomend, cultuurgewas)
Vestiging
Tijdstip:archeofyten (voor 1492) · neofyten (synantroop, na 1492)
Wijze:akolutofyten (invasieve binnendringers) · xenofyten (onopzettelijk ingevoerd) · ergasiofygofyten (opzettelijk ingevoerd, verwilderd)
Inburgering en vestiging
Inheems:indigene planten (idiochorofyten & archeofyten)
Cultuurvolgers:ingeburgerde planten (agriofyten & epoecofyten - archeofyten) · efemerofyten (ook exoten)
Cultuurplant:ergasiofyten
Areaalgrootte:disjunct · endemisch · kosmopolitisch · verspreidingsgebied
Veranderingen:kolonisatie · pioniersoort · refugium · relict
· · Sjabloon bewerken
Bioom:tropisch bos · loofbos · naaldbos · grasland · woestijn · toendra
WWF-bioom:Tropisch of subtropisch regenwoud · Tropisch of subtropisch droog woud · Tropisch of subtropisch naaldwoud · Gematigd loofbos of gemengd bos · Gematigd naaldwoud · Taiga · Tropisch of subtropisch grasland, savanne of struweel · Gematigd grasland, savanne of struweel · Overstromende graslanden en savannes · Berggraslanden en -struwelen · Toendra · Mediterrane bossen, bosland en struwelen · Woestijnen en droge struwelen · Mangrove
Ecozone:Afrotropisch gebied · Australaziatisch gebied · Nearctisch gebied · Neotropisch gebied · Oriëntaals gebied · Palearctisch gebied · Oceanisch gebied · Antarctisch gebied
Florarijken:Holarctis · Neotropis · Paleotropis · Capensis · Australis · Antarctis
Biogeografie:adventief · archeofyt · autochtoon · areaal · beschermingsstatus · cultuurvolger · disjunct verspreidingsgebied · eilandbiogeografie · endemie · exoot · extinctie · florarijk · floristiek · inburgering · inheems · invasieve soort · kosmopolitische verspreiding · massa-extinctie · plantengeografie · Rode Lijst van de IUCN · status · uitsterven · verspreidingsgebied · vestiging