Berijpte russula
Berijpte russula | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Russula parazurea Jul. Schäff. (1931) | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
De berijpte russula (Russula parazurea) is een paddenstoel die tot de familie Russulaceae gerekend wordt. De berijpte russula kan tussen de vijf en vijftien centimeter hoog worden. Hij vormt ectomycorrhiza met loofbomen, meestal eiken (Quercus) en Fagus en minder vaak met naaldbomen, zoals sparren (Picea) en Pseudotsuga. Hij komt voor in lanen en bossen op al of niet leemhoudende zandgronden.[1]
Kenmerken
Uiterlijke kenmerken
- Hoed
De breedte van de hoed varieert tussen de drie en acht centimeter. De hoed kan in verschillende kleuren voorkomen, waaronder groen, violet tot paars, bruin en grijs tot beigeachtig. In het midden is de hoed bolvormig, maar richting de randen plat de hoed af.
- Steel
De steel heeft een verdikte basis en is tussen de 30 en 70 millimeter lang en 7 tot 20 millimeter breed. De steel heeft vaak bruine vlekken. Het is cilindrisch, soms ook knotsvormig. Met ijzersulfaat reageert de steel oranje.
- Lamellen
De lamellen zijn wit tot crèmekleurig, staan dicht opeen en zijn gevorkt.
- Geur en smaak
De paddenstoel is eetbaar, heeft een milde smaak en een onherkenbare geur.
- Sporenprint
De sporenprint heeft een bleke, crèmekleurige tint (IIb-c volgens Romagnesi).
Microscopische kenmerken
De sporen zijn tussen de 5,7 tot 8,5 micrometer lang en tussen de 5 tot 6,5 micrometer breed. Ze zijn elliptisch van vorm en op de sporen liggen knobbels die een hoogte van 0,5 micrometer kunnen bereiken. De basidia zijn (32) 40-57 µm lang en 7-11 µm breed en hebben vier sterigma's. De cystiden in de hoed bevatten geen septum en hebben een cilindrische tot klavervormige vorm. De pleurocystidia, die cystidia zijn in het lamellaire oppervlak, zijn 57-90 µm lang en 7-13 µm breed. De pileocystidia zijn tot 70 (90) µm lang × 6-10 µm breed. Ze zijn afgeknot, of bijna spoelvormig, min of meer vernauwd naar de punt, of licht kopvormig.
Levenswijze
De berijpte russula is een ectomycorrhizavormende schimmel. De soort leeft solitair of in kleine groepen. Hij komt onder andere voor in bosgebieden onder loofbomen en soms onder naaldbomen. Ook kan de soort voorkomen in parken, lanen en onder bruggen. De paddenstoel is zichtbaar van begin zomer tot aan de herfst, maar in mediterraan gebied kan de paddenstoel tot eind december aangetroffen worden.
Verspreiding
De berijpte russula komt voor in Noord-Amerika (Verenigde Staten, Canada), Noord-Azië (Korea, Japan), Noord-Afrika (Marokko) en Europa. In Europa bevindt het verspreidingsgebied zich in Noordwest-, Centraal- en Noord-Europa. In Nederland is deze soort zeer algemeen [1] en vrij algemeen tot algemeen in Zuid-Noorwegen en Zweden, terwijl hij zeldzaam is in Finland (slechts een paar waarnemingen uit Uusimaa) en Estland. In Zweden is de russula waargenomen tot 63 graden noorderbreedte. De soort lijkt grotendeels afwezig in Zuidoost-Europa; er zijn alleen gegevens uit Bulgarije uit de regio Znepole en het westelijke Rhodopes.
- (en) Roger Phillips Russula parazurea, geraadpleegd op 3 juni 2015
- (nl) Soortenbank.nl Berijpte russula (Russula parazurea), geraadpleegd op 3 juni 2015
- (en) First Nature Russula parazurea Jul. Schäff. - Powdery Brittlegill, geraadpleegd op 3 juni 2015
- ↑ a b NMV Verspreidingsatlas Paddenstoelen
Foto's
- Lamellen
- Zijaanzicht
- Hoed
- Sporen