Abraham Carel Josephus Jitta (Amsterdam, 1 oktober 1887 – Den Haag, 20 februari 1958) was een Nederlands rechtsgeleerde. In dat vak was hij hoogleraar aan de Technische Hogeschool Delft.
Leven en werk
Jitta werd in Amsterdam geboren als zoon van prof. mr. dr. Daniel Josephus Jitta en Carolina Frederika Wertheim. Hij was van Joodse afkomst. Hij heeft aan de TU Delft en de Universiteit van Amsterdam gestudeerd, hier behaalde hij zijn Mr. titel. Van 1929 tot 1936 fungeerde hij als hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer en van 1937 tot 1957 was hij hoogleraar staats- en administratief recht aan de Technische Hogeschool in Delft. Vanaf het najaar van 1940 werden Joden door de Duitse bezetter uit overheidsdienst geschorst, zo ook Josephus Jitta.[1]
Op 23 november 1940 kwamen veel studenten naar zijn college, in de verwachting dat het zijn afscheidscollege zou worden. Er hing slechts een bordje, dat het college niet doorging. Dit was de kiem van de Delftse studentenstaking.
Na de oorlog werd hij een prominent vertegenwoordiger van het neoliberalisme in Nederland, als lid van zowel het Comité Burgerrecht als de Mont Pèlerin Society. In 1950 organiseerde hij een vergadering van dit laatste genootschap te Bloemendaal.[2]
Hij is gemeenteraadslid in Den Haag geweest en actief als Rijksbemiddelaar.[3]
Josephus Jitta overleed op 70-jarige leeftijd in 1958 in Den Haag. Zijn boekenbezit is geschonken aan de bibliotheek van de TU Delft.[4]
Bronnen, noten en/of referenties - Bibliopolis: A.C. Josephus Jitta (1887-1958).
Enkele van zijn publicaties Deze publicaties zijn allemaal beschikbaar in de bibliotheek van de TU Delft) - De wederopbouw van het internationale recht op den grondslag van eene rechtsgemeenschap van het menschelijk geslacht 1919
- Organische vertegenwoordiging.1920
- De ontwikkeling der denkbeelden op sociaal gebied (1898-1923) 1923
- Rapport van de Commissie, benoemd door het Hoofdbestuur van den Vrijzinnig-Democratischen Bond over het vraagstuk der medezeggenschap in het bedrijfsleven. 1924
- Is de ontwikkeling der denkbeelden op sociaal gebied (1898-1923) 1923 van de Nederlandsche handelspolitiek wenschelijk? : preadvies en rede.
- De jongste faze onzer handelspolitiek 1927
- Rapport van de commissie uit den v.d.bond omtrent doelmattige overheidsbemoeiing : door A.C. Josephus Jitta. 1928
- De practijk van de arbeidsgeschillenwet 1929
- Holland’s modern renascence, facts, figures and propertions - 1930
- Functioneele decentralisatie. de grondgedachte van den corporatieven staat binnen het kader der parlementaire democratie. 1932
- Holland calling! 1933
- Tien jaren practijk van de rijksbemiddelaars uit de ervaringen met duizend arbeidsgeschillen 1934
- Waterstaatsrecht. Dl. 1 en 2. 1935
- De corporatieve staatsgedachte in Nederland 1936
- Schema ten gebruike bij de colleges in het Nederlandsch staatsrecht aan de technische hoogeschool te delft. 1939 (2e druk 1947)
- Goede en slechte ordening : enkele pogingen tot ordening van de ordening 1939
- Pubiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. 1949
- Schema ten gebruike bij de colleges in het Nederlands staatsrecht 1951
- Merci à la France : impressions personnelles de 4ième conférence de la Mont Pèlerin Society à Beauvallon sur Mer (Var, France) 1951
- Democratic socialism is a contradictio in terminis : scheme of a paper and speech at the Mont Pele Society, Venice conference, September 1954.
- Democratic socialism is a contradictio in terminis (full paper)
Referenties - ↑ Vijf verwarrende jaren. delta.tudelft.nl. Gearchiveerd op 15 januari 2016. Geraadpleegd op 21 maart 2016.
- ↑ Bram Mellink (2017), Politici zonder partij: Sociale zekerheid en de geboorte van het neoliberalisme in Nederland (1945-1958), BMGN - Low Countries Historical Review 132(4): 25-52.
- ↑ De uitgangspunten de geleide loonpolitiek werden vastgesteld in een samenwerking tussen de Stichting van de Arbeid, het College van Rijksbemiddelaars (ook cynisch 'Rijksbeknibbelaars' genoemd) en adviesbureaus. De loonvorming vond tijdens de geleide loonpolitiek plaats onder leiding van het College van Rijksbemiddelaars. De regering had tevoren de speelruimte bepaald. Vakbonden en werkgevers kregen de gelegenheid het binnen de marges van het regeringsbeleid eens te worden. Als dat niet lukte, stelde de rijksbemiddelaar de arbeidsvoorwaarden voor de sector vast.
- ↑ Wat ons blijvend boeit : een keur van werken geschonken door Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta.. TU Delft (1966). OCLC 07926409
|
Mediabestanden
Zie de categorie
A.C. Josephus Jitta van
Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Bibliografische informatie
Nederlands 
