Ferdinand-Bordewijk-Preis

Der Ferdinand-Bordewijk-Preis (niederländisch: F. Bordewijk-prijs), von 1948 bis 1978 Vijverbergprijs, ist ein niederländischer Literaturpreis, der von der Jan-Campert-Stiftung verliehen wird. Ausgezeichnet wird der Autor des besten niederländischsprachigen Prosawerks.

Der Gewinner erhält 6000 Euro Preisgeld (2019). Die Jury besteht (2016) aus: Erica van Boven, Jeroen Dera, Yra van Dijk, Arjen Fortuin, Aad Meinders (Vorsitzender), Jan de Roder, Carl de Strycker und Maria Vlaar. Die feierliche Preisvergabe findet Anfang des Jahres während des Schriftstellerfestes im Theater aan het Spui in Den Haag statt. Der Preis wird durch das Ratsmitglied für Kultur überreicht.

Der F. Bordewijkpreis ist seit 1979 benannt nach dem niederländischen Schriftsteller Ferdinand Bordewijk (1884–1965). Zusammen mit Simon Vestdijk gilt dieser als wichtigster niederländischer Prosaautor seiner Zeit.

Preisträger

Vijverbergprijs

1948: Jo Boer für Kruis of munt
1949: nicht verliehen
1950: Josepha Mendels für Als wind en rook
1951: Theun de Vries für Anna Casparii of Het heimwee
1953: Albert Helman für De laaiende stilte
1954: Max Croiset für das Theaterstück Amphitryon
1955: nicht verliehen
1956: Albert van der Hoogte für Het laatste uur
1957: nicht verliehen
1958: Marga Minco für Het bittere kruid
1959: Jos. Panhuijsen für Wandel in het water
1960: nicht verliehen
1961: Boeli van Leeuwen für De rots der struikeling
1962: Jan Willem Holsbergen für De handschoenen van het verraad
1963: Harry Mulisch für De zaak 40/61
1964: Jacques Hamelink für Het plantaardig bewind
1965: Alfred Kossmann für De smaak van groene kaas
1966: Willem Frederik Hermans für Nooit meer slapen (nicht angenommen)
1967: Jeroen Brouwers für Joris Ockeloen en het wachten
1968: Geert van Beek für De steek van een schorpioen
1969: Ivo Michiels für Orchis militaris
1970: Jaap Harten für Garbo en de broeders Grimm
1971: Bert Schierbeek für Inspraak
1972: Anton Koolhaas für Blaffen zonder onraad
1973: Kees Simhoffer für Een geile gifkikker
1974: William D. Kuik für De held van het potspel
1975: Daniël Robberechts für Praag schrijven
1976: Adriaan van der Veen für In liefdesnaam
1977: J. Bernlef für De man in het midden
1978: F.B. Hotz für Ernstvuurwerk

Ferdinand-Bordewijk Preis

1979: Willem Brakman für Zes subtiele verhalen
1980: Oek de Jong für Opwaaiende zomerjurken
1981: Cees Nooteboom für Rituelen (1980, dt. Rituale, 1985)
1982: F. Springer für Bougainville
1983: Willem G. van Maanen für Het nichtje van Mozart
1984: Armando für Machthebbers
1985: J.M.A. Biesheuvel für Reis door mijn kamer
1986: A.F.Th. van der Heijden für De gevarendriehoek (dt. Das Gefahrendreieck)
1987: Frans Kellendonk für Mystiek lichaam
1988: Hermine de Graaf für De regels van het huis
1989: Jeroen Brouwers für De zondvloed
1990: Leo Pleysier für Wit is altijd schoon
1991: Jan Siebelink für De overkant van de rivier
1992: Jacq Vogelaar für De dood als meisje van acht
1993: Robert Anker für De terugkeer van kapitein Rob
1994: Louis Ferron für De walsenkoning
1995: Nicolaas Matsier für Gesloten huis
1996: Wessel te Gussinklo für De opdracht
1997: J.J. Voskuil für Meneer Beerta en Vuile handen
1998: Helga Ruebsamen für Het lied en de waarheid
1999: Gijs IJlander für Twee harten op een schotel
2000: Peter Verhelst für Tongkat; Een verhalenbordeel
2001: Kees van Beijnum für De oesters van Nam Kee
2002: Stefan Hertmans für Als op de eerste dag
2003: L.H. Wiener für Nestor
2004: Arnon Grunberg für De asielzoeker
2005: Paul Verhaeghen für Omega Minor
2006: Tommy Wieringa für Joe Speedboot
2007: Marcel Möring für Dis
2008: Doeschka Meijsing für Over de liefde
2009: Marie Kessels für Ruw